We staan opnieuw vroeg op (kunnen we ooit eens wat langer slapen ?) en ontbijten in het hotel. De parking van het hotel is schandalig duur: $ 60.00 voor de tijd dat we er geweest zijn. Volgens de receptioniste valt dit nog mee: in de meeste hotels is het $ 30.00 tot $ 40.00 per dag ! Na het uitchecken stel ik de GPS in op het eerste knooppunt en dit is dan meteen de eerste stop: Carmel-By-The-Sea, waar onze cowboy Clint Eastwood nog burgemeester is geweest. Spreek maar gewoon van Carmel, zoals alle Amerikanen. Zet het accent bij de uitspraak wel op de e: zeg Carmél, niet Cármel. Is maar dat je het weet...
We verlaten San Francisco via de Oakland Bay Bridge, deze keer langs de benedenverdieping van de brug. We hoeven niet te betalen; blijkbaar geldt de tol alleen bij het binnenkomen van de stad.
Het uitgaande verkeer van San Francisco is geweldig druk; de highway zit dan ook eivol en we komen slechts langzaam vooruit. De ring rond de stad is enorm groot en ingewikkeld maar de GPS toont de weg. Dit toestel heeft intussen zijn deugdelijkheid bewezen en we vertrouwen er bijna blindelings op.
Na een paar uur wordt het verkeer toch minder en passeren we de buitenwijken van San José, de derde grootste stad van Californië. We zijn 90 mijl verder en vanaf hier kunnen we de US-1, de “one” op en rijden we richting Carmel-By-The-Sea. Dit kleine plaatsje is zeer mooi, bijna idyllisch te noemen. Dure huizen, grote auto’s, kleine leuke winkeltjes. Alles straalt hier geld uit.
We doen nog een wandeling naar het strand maar spijtig kunnen we niet lang blijven. We hebben nog een serieuze rit voor de boeg en hebben reeds redelijk veel tijd verloren in het drukke verkeer van San Francisco.
Een impressie van de US-1 of de Pacific Highway.
Voor een chauffeur een hele uitdaging.
We rijden door en volgen de Pacific Highway, de Pacific Coast Highway, de Highway 1, de US-1, je zegt het maar. Kilometers en kilometers aan het stuk aan het stuur draaien, bijna niet te doen. De omgeving echter is prachtig. De woeste kustlijn, kleine eilandjes, hier en daar een kast van een villa. Wie weet wie zijn huis we allemaal hebben gepasseerd…
Na Route 66 is deze weg misschien wel de bekendste motorroute van de Verenigde Staten. De weg - voltooid in 1934 - begint onder Los Angeles en eindigt 882 km noordelijker in Leggett. Heel vaak loopt hij langs de oceaanstranden en rotspartijen. De 'one' passeert onder meer LA, Malibu Beach, Santa Monica, Hearst Castle, Monterey en de Golden Gate Bridge van San Francisco. De mooiste stukken vind je bij de steile afgronden van Big Sur en vooral boven San Francisco, waar Highway 1 onder het pseudoniem Shoreline Highway door een bijzonder schitterend kustgebied kronkelt. Een goede dertig kilometer krankzinnige asfaltspaghetti met onwezenlijk veel bochten is een uitdaging voor zelfs de meest ervaren chauffeur.
Ten zuiden van de Big Sur worden de bergen minder hoog en geleidelijk aan krijgen golvende heuvels met grasland de overhand. Boven op een heuvel staat daar dan Hearst Castle, het bizarre “kasteel” dat de krantenmagaat Randolph Hearst hier in de heuvels bouwde. Het is een lange, mooie maar lastige rit geweest en we zijn toe aan een stop.
De Santa Maria Inn. Het meest ouderwetse hotel
dat we hebben gehad. Toch qua aankleding en uitsraling...
We eten in een Steak House, niet ver van het hotel. Mexicaanse bediening en Barack Obama op TV. We zitten natuurlijk in de aanloop naar de presidentsverkiezingen, wat we vanaf nu meer en meer zullen zien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten