dinsdag 14 oktober 2008

Donderdag 28 augustus 2008

Van Saint George naar Las Vegas


Vandaag een relatief korte rit: 216 mijl ofwel 346 km. Er zit wel een hoogtepunt in: de Hoover Dam, die met een gids te bezoeken is.
Het ontbijt is vreselijk; onvriendelijke ontvangst, plastieken bestek, isomo borden en kartonnen bekers, … Allemaal wegwerp. Ik maak de bedenking dat ze hier in de VS wel een gigantische afvalberg moeten hebben. Een norse receptioniste (niet dezelfde van gisterenavond, maar wel even humeurig) bekijkt ons verblijf op de PC. “Okay, you’re all set” zegt ze dan, waarna ze weer aan het werk gaat. “Goodbye, thanks for your stay” kan er blijkbaar niet van af…
We doen inkopen in een Wal*Mart en rijden vervolgens door naar de Valley of Fire en Lake Mead.
Een eindje buiten St. George passeren we de staatsgrens met Arizona en ons verloren uur krijgen we weer terug. Nog een 20-tal miles verder steken we opnieuw een staatsgrens over, ditmaal Nevada. Het lichtje “service engine soon” laat zich weer eens zien.
Valley of Fire is het oudste state park van Nevada en dankt zijn naam aan de felrood gekleurde zandsteenrotsen die vooral tijdens zonsopkomst tegen de blauwe lucht in brand lijken te staan. Lake Mead is het grootste kunstmatige meer en reservoir in de Verenigde Staten. Het is gevormd door water dat wordt ingesloten door de Hoover Dam en bevat ongeveer 35 km³ water. Het water uit Lake Mead wordt via aquaducten naar gemeenschappen in zuidelijk Californië en Nevada geleid. Lake Mead biedt veel verschillende soorten recreatie, waarvan watersport het meest populair is. We rijden echter door om op een redelijk uur bij de Hoover Dam aan te komen.
Hier wat info over Lake Mead.
Aangekomen bij de Hoover Dam worden we door een vriendelijke Ranger naar de parking geleid en vervolgens begeven we ons naar naar het visitors center om ingangskaartjes te kopen. $30,00 per persoon is zeker niet goedkoop, maar het is een unieke kans om dit vernuftig technische wonder te bezoeken. De rondleiding zal ongeveer een uur duren. We krijgen elk een gele helm en worden ingedeeld bij de groep van 13.00u. Probleem voor ons middagmaal dus, want ginder is niets te verkrijgen. Gelukkig hebben we een paar energierepen en een fles water, een echte "survival kit".

Bezoek aan de Hoover Dam mét gele helm...

Om 12.55u komt de gids ons halen en worden we onmiddellijk met een lift naar beneden gebracht. Via een systeem van gangen komen we vervolgens in een grote ruimte terecht waar de elektriciteitsgeneratoren staan. De uitleg is redelijk technisch, maar loont zeer zeker de moeite
De Hoover Dam is een betonnen boogdam in de Colorado River en is vernoemd naar Herbert Hoover die een sleutelrol speelde bij de bouw van de dam (later was hij president van de VS). De dikte is 15 meter aan de top, uitlopend tot 200 meter aan de voet. De bouw begon in 1931 en werd in 1936 afgerond, ruim twee jaar voor de geplande datum. De dam is in eerste instantie bedoeld om de periodieke overstromingen van de Colorado in bedwang te krijgen en het water op te slaan ten behoeve van irrigatie. De dam is zelfvoorzienend, met een eigen inkomen uit de verkoop van elektriciteit die uit het water opgewekt wordt.

De turbines binnenin de Hoover Dam

Op 6 oktober 1936 begonnen de generatoren stroom te leveren aan het 364 kilometer verderop gelegen Los Angeles. Tot en met 1961 werden er gaandeweg meer opwekkingseenheden geplaatst. De 17 hoofdturbines van deze centrale wekken 2074 megawatt (1 megawatt = 1000000 watt) aan hydro-elektriciteit op. Dit is een enorme krachtbron die water en elektriciteit levert aan zeven staten voor vijftien miljoen mensen.
40 mijl verder ligt Las Vegas en het wordt tijd om naar ons volgende hotel op te zoeken. Maar eerst rijden we nog over de dam naar de andere kant en keren vervolgens terug. Het is een ervaring op zich.

De Hoover Dam vanaf de andere kant

De autostrades om Las Vegas binnen te rijden zijn zeker niet van de poes. Het is er zeer druk en er wordt nogal flink doorgereden. Gelukkig zijn er een 6-tal baanvakken, zodat we niet echt een beklemmend gevoel krijgen. Toch is het redelijk stressy om die spaghetti van autostrades door te rijden. De truuk is gewoon: rijden, voor je kijken en voor de rest: what the hell…
Intussen krijgen we al een idee van de stad: heel hoge gebouwen, zeer druk en zeer veel extravagantie. En casino’s, héél véél casino’s. Onze TomTom leidt ons feilloos naar Gold Coast, ons “hotel”. Eigenlijk is het een casino met 711 kamers, enorm groot zoals je op deze website kunt zien.
Na het inchecken gaan we eerst een uurtje naar het zwembad om wat te rusten en te bekomen van de rit. Bovendien zorgt dit voor de nodige afkoeling want in Las Vegas – “de stad in de woestijn” - is het héél erg warm.
Bij valavond nemen we een taxi naar Ceasars Palace, een luxehotel en casino, wel niet voor onze portemonnee. Toch zou men er voor een redelijke prijs aan het buffet kunnen eten, wat ook onze bedoeling is.
Caesars Palace heeft 3348 kamers verspreid over vijf torens: Centurion, Forum, Palace, Roman en Augustus. Een 6de hoteltoren van 29 verdiepingen hoog en een sportcomplex die het bestaande eventementencentrum zal vervangen staat nog op het programma. Prijskaartje voor de werken: 1 miljard dollar.

In Ceasers Palace...

Veel bekende artiesten hebben in Caesars Palace opgetreden, zoals Frank Sinatra, Diana Ross, Cher, David Copperfield, Bette Midler en Céline Dion. Het hotel duikt ook op in diverse films, zoals Rain Man, Ocean's Eleven, Dreamgirls, Rocky Balboa en Iron Man.
We vallen bijna om van verbazing over de pracht en praal, maar vooral voor de degoutante manier waarop hier met fortuinen wordt omgesprongen. Het gelijkvloers is zodanig groot dat er “straten” zijn aangelegd. Die straten hebben ook elk een naam, precies een stad in een stad. Het buffet vinden we zelfs niet, zodat we verplicht worden om aan een security agent de weg te vragen. Kun je voorstellen ?
Uiteindelijk bereiken we toch het buffet waar we inderdaad voor een redelijke prijs kunnen eten: $30.00 per persoon; niet echt duur maar ook niet goedkoop. Drank is dan wel weer inbegrepen. Het buffet is in het midden van de speelzaal, zodat we een goed zicht op de amusementshall hebben. Er staan honderden slotmachines, misschien beter bekend als de “one armed bandit”. Ook staan er tafels met amerikaanse roulette, met dobbelstenen, black jack, punto blanco, pokertafels, enz… Er is heel veel security. Hier heb je een idee.
Na het eten bezoeken we New York New York, weer een groot casino, maar dan volledig in de stijl van New York: Het vrijheidsbeeld voor de ingang, een volledige copie van de Brooklyn Bridge, enz… Hier de website
We kopen tickets voor de bus op de Strip en bezoeken het MGM Casino.
Nadien nemen we de monorail en vervolgens een bus voor een bezoek aan Fremont Street en we zijn juist op tijd voor een laatste voorstelling. Daar zien we dan voor het eerst een transexueel. Shemale worden die mannen (mannen ?) ook genoemd. Het is al heel laat en we nemen een taxi terug naar de Gold Coast.


Las Vegas houden we voor bekeken: warm, veel lawaai, glitter & glamour, veel rijkdom maar ook armoede. De stad is fascinerend en weerzinwekkend tegelijk, ook een beetje nep. Niet echt iets voor ons en we vinden het eigenlijk teleurstellend. We zijn tevreden dat we maar 1 nacht blijven.

Geen opmerkingen: