vrijdag 26 september 2008

Maandag 25 augustus 2008

Van Palm Springs naar Laughlin
Anders dan in Spanje beginnen ze wel vroeg hier in de USA. Gelukkig maar, want we kunnen reeds ontbijten vanaf 07.00u. Ontbijt krijgen we evenwel niet in het Palm Resort & Spa zelf, maar het hotel had bij het inchecken met bonnetjes een korting van $6.00 per persoon voorzien. Mits een kleine opleg kunnen we genieten van een redelijk uitgebreid ontbijt in een tearoom aan de overkant.
De tearoom zelf is opgevat zoals in de jaren ’50, je weet wel: vetkuiven, de twist en Elvis Presley. Vergelijk een beetje met de legendarische serie “Happy Days” uit vervlogen tijden. Ook de muziek is aangepast, geheel sfeervol. Wel leuk om een halfuurtje te vertoeven.

Ontbijt in de jaren '50

De rit vandaag - zo'n 250 mijl - gaat naar Laughlin in de staat Nevada via Joshua Tree National Park in Californië, maar eerst moeten we onze inkopen doen. Het roadbook blijkt nu heel nuttig te zijn; ik had thuis een Wal-Mart gevonden op de baan bij het verlaten van Palm Springs: 79295 Us Hwy 111, La Quinta, CA 92253, en dit is maar een kleine omweg.
Na een feilloze GPS-rit door de brede straten van Palm Springs komen we aan op onze bestemming in La Quinta, en waarlijk: er is een Wal-Mart. Naast de noodzakelijke inkopen zoals water en wat te eten heb ik ook maar een paar sandalen gekocht. De USA blijkt uiteindelijk veel te warm voor onze voeten…
De rit gaat verder via de I-10 en na een tijdje komen we aan de afslag naar het stadje met de vreemde naam Twentynine Palms. Om in dit stadje te geraken moeten we doorheen het park Joshua Tree, dus we zitten goed.

Enkele miles verder komen we aan bij het visitor center Cottonwood. De Park Ranger blijkt een al wat oudere vrouw te zijn, en deze geeft ons wat uitleg over het park. We kopen een “one year pass” en hiermee hebben we voor $80.00 toegang tot alle nationale parken in de VS.
Het Joshua Tree National Park heeft een oppervlakte van ongeveer 5000 km²; De afmetingen zijn zo’n 100 km van oost naar west, en 50 km van noord naar zuid. We zien er mooie geologische for­maties en bergketens die vanuit de lage dalen omhoogrijzen tot op een hoogte van 1600 meter. In het park groeien talloze plantensoorten, waaronder de Joshuaboom (Joshua tree - vandaar de naam van het park), veel opuntia’s (bladcactussen met eetbare vruchten), Palo Verde (de Arizona staatsboom), Mojave-yucca’s, Piñon Pines (soort dennenboom), enz… Dieren zien we echter niet, alhoewel ze er wel zijn.


Een Joshua Tree

Het park wordt gekenmerkt door twee totaal verschillende woestijnlandschappen: de lage, warmere Coloradowoestijn in het zuidoosten en de hoger gelegen, vochtigere en iets koelere Mojavewoestijn. Deze laatste is het gebied waar de Joshua Tree groeit. Mormoonse immigranten vonden dat de takken van de boom op armen leken die in gebed naar de hemel wezen en gaven hem de naam Joshua tree. Eigenlijk is dit geen boom maar een struik (Yucca Breviflora) waarvan de grootste exemplaren ongeveer 12 meter hoog zijn en naar schatting ± 900 jaar oud. De Joshua Tree vormt een erg belangrijke schakel in het ecosysteem van dit woestijngebied.
In het lagere gebied doen we een kleine wandeling in een cactustrail, maar wegens de grote hitte – normaal zo’n 40° C – moeten we opgeven.

Viviane in de cactustrail

Naarmate we vorderen in het park zien we nogal vreemde granieten rotsformaties, genaamd “boulders”. Tesamen met de Joshua tree geeft dit een nogal vreemd tintje, buitenaards bijna.
In het park zijn er ook verschillende goudmijnen, waarvan de historische Lost Horse Mine verweg de bekendste is. Deze laatse vergt wel een “hike” langsheen een “hiking trail”.
Uit het park volgen we Amboy Road, en deze begint al in het stadje Twentynine Palms. Na ongeveer 40 mijl komen we aan bij onze volgende bestemming: de Amboy Crater. Deze krater van vulkanische oorsprong is ongeveer 250 voet (± 76 meter) hoog en zo’n 6000 jaar oud. Er is ook een “walking trail” voorzien, maar zo’n hike vergt 2 tot 3 uur. Bovendien is het extreem warm – warmer zelfs dan in Joshua Tree. Ik neem enkel wat foto’s.

Zicht op de Amboy Crater, 76m hoog.

Het is nog een 85 mijl naar het volgende hotel in Laughlin, Nevada en bij het oversteken van de staatsgrens komen we in een heus onweer terecht. Het zal de enige regen zijn die we op onze reis zullen zien.
Het hotel Tropicana Express is eigenlijk geen hotel; het is een casino met kamers: meer dan 600 verdeeld over 24 verdiepingen. Groot dus. Ik maak de bedenking dat het woordje “klein” in de VS eigenlijk niet bestaat.
Het inchecken gebeurt in het casino en je moet door het casino naar de kamers. Lichtjes, toeters, bellen, beepjes en kassa-geluiden. Loeiharde muziek en veel bewaking. We besluiten toch om ons te gaan opfrissen en wat te rusten. Gelukkig hoor je het casinolawaai niet op de kamer. Het is er zelfs vrij rustig.
Na een klein uurtje gaan we op verkenning in het casino. Overal zie je gokkers: blank, Afro, Aziatisch, een verscheidenheid aan rassen alsook sociale niveau’s: van netjes gekleed tot afgedragen vuile jeans en gescheurde shirts. Blijkbaar wordt in een casino iedereen aanvaard. Het is dan ook een gigantische geldmachine waar gokverslaafden méér dan welkom zijn.
We gaan eten aan een buffet in het casino, en dat is ook een ervaring apart. $ 11.99 per persoon voor “all you can eat” en we zien er walgelijke taferelen. Dikke vetzakken die zich volproppen met eten, letterlijk naar binnen duwen. Een vrouw met een dienblad vol slagroomtaartjes; ze eet enkel de slagroom op, werpt de rest weg en gaat vervolgens terug naar het buffet voor een volgende lading. Extreem dikke mensen die een halve meter van de tafel moeten zitten omdat hun buik in de weg is.
We hebben genoeg gezien en gaan slapen.

dinsdag 23 september 2008

Zondag 24 augustus 2008

San Diego naar Palm Springs
Vandaag verlaten we San Diego voor onze eerste etappe: we gaan via het nationale park Anza Borrego en de Salton Sea naar Palm Springs. Na het ontbijt en het uitchecken keren we met een taxi terug naar de luchthaven waar het verhuurbedrijf Avis gevestigd is. De auto die we krijgen is een grijze Nissan die er toch al een behoorlijk aantal kilometers heeft opzitten. Dus toch geen Chevrolet Cobalt ! Maar we vertrouwen op de Japanese techniek en gaan akkoord. De GPS wordt aangesloten en na een spannende halve minuut worden er satelieten gevonden en wordt de locatie bepaald. Het eerste wat ik doe is het adres van de Wal-Mart op onze route invoeren: 13487 Camino Canada, El Cajon, CA 92021. El Cajon is een deel van de stad San Diego en we passeren er toch. De GPS begint te rekenen en toont na enkele seconden de te volgen route. Het werkt !
Het rijden met een automatic is in het begin heel vreemd, maar het went gauw. We rijden over Harbor Drive, nemen de afslag Grape Street en bevinden ons al gauw op de Interstate 5 en vervolgens op de Interstate 8, richting Julian. We zijn vertrokken… Viviane rijdt hoofdzakelijk in de drukke steden terwijl ikzelf als copiloot fungeer. Dit hebben we zo overeengekomen: Viviane is een uitstekende chauffeur en ikzelf volg de weg en vergelijk de baan met de gegevens op de GPS. Ikzelf rijdt dan de kalmere en langere banen. Teamwork dus…

Aangekomen bij de Wal-Mart (Die GPS werkt perfect !) doen we onze eerste inkopen: een koelbox in piepschuim, een zak ijsblokjes, flessen water, wat fruit en eten voor de middag. Vervolgens voer ik een knooppunt in: 7838 Japatul Valley Rd, Alpine, CA 91901. Dit is de baan richting het stadje Julian. Waar een gedetailleerde roadbook al niet goed voor is...
Opnieuw doet de GPS zijn werk en voert ons feilloos langs highways en interstates en komen we tenslotte aan op de afslag naar Het stadje Julian. Vanaf dat moment besluiten we om ons volledig te laten leiden door de GPS. Na Julian komen we aan in het park Anza Borrego, onze eerste kennismaking met de Amerikaanse natuurparken.

Het Anza Borrega National Park.

Het park zelf is niet zo bijzonder; het is meer een woestijn dan een natuurpark. Toch vinden we er – voor ons – rare planten en zelfs cactussen. Het is drukkend warm, heel wat warmer dan het aangename klimaat van San Diego.

Onmiskenbaar een Ferrocactus... zomaar in het wild !

We passeren langs de Salton Sea en rijden via de Interstate 10 door naar onze eerste slaapplaats: Palm Mountain Resort & Spa, gelegen 155 South Belardo Palm Springs, CA 92262. Onze TomTom leidt ons zonder problemen door de redelijk grote stad en in no time staan we voor ons hotel. Heel makkelijk rijden trouwens in de VS. De banen zijn breed (meestal 4 vakken voor een gewone straat) en er wordt rustig gereden. Verkeersargressie is er niet. Ongeduldig getoeter ook niet. Het rijden is er echt aangenaam…
Een vriendelijke Amerikaanse checked ons in, we parkeren de auto op de parking van het hotel en gaan vervolgens naar het zwembad om eens flink te genieten. Onze eerste rit zit erop, niet zo heel ver om te beginnen: 188 mijl of 303 kilometer.

Het zwembad in het hotel Palm Mountain Resort & Spa

De rit is perfect verlopen, geheel volgens plan, en we kunnen het volgende reeds samenvatten:
- Rijden in de VS is geen probleem
- De GPS is goud waard
- Googlemaps is 100% betrouwbaar
- We worden overal vriendelijk ontvangen
Het rijden in de VS, vooral in de steden, was voor ons toch een beetje bang afwachten. Maar eigenlijk houdt het niets in: er is ruimte zat, ze rijden rustig en beheerst en alle mensen blijven uiterst vriendelijk. We maakten ons zorgen om niets dus, maar ja, wisten we veel.
We besluiten om het avondmaal te gebruiken in de Matchbox, een restaurant/grill rechtover het hotel. Uiteraard “wait to be seated”, maar dat is geen probleem. Integendeel, we bedenken dat het eigenlijk bij ons ook zo zou moeten zijn. En op sommige plaatsen is dit ook zo. Na het avondeten doen we nog een kleine wandeling in Palm Springs, maar besluiten dan om toch te gaan slapen. Het is er drukkend warm, maar gelukkig werkt de airco in de kamer goed.

woensdag 17 september 2008

Zaterdag 23 augustus 2008

San Diego, onbekend en onbemind.
Jetlag, een ander bed, vreemde omgeving… echt goed hebben we niet geslapen. We staan dan ook op om 06.30 am, zodat we ons kunnen gereedmaken voor een allereerste dag US of A.
De auto, en zo de start van de rondreis hebben we pas morgen zondag. We blijven vandaag in San Diego en dat hebben we met opzet zo bepaald omdat we eerst wat op adem wilden komen. Bovendien kunnen we een beetje de kat uit de boom kijken.
Een bar op de hoek van W. Ash Street en India Street is verbonden aan het hotel en daar nemen we ons eerste ontbijt, typisch Amerikaans: koffiekoeken met glazuur, muffins, wafels, pannekoeken met stroop, eieren met gebakken zoete aardappelen, cornflakes, fruit en verschillende soorten brood. Allemaal te vinden aan een groot buffet. Verder nog 3 soorten koffie (decaf, roast, heavy roast) en 4 soorten fruitsap. Ik ga voor de eieren met gebakken aardappelen, brood, een koffiekoek en een muffin.
De eerste uitstap gaat naar Harbor Drive, een lange baan die zowat de volledige westkust van downtown San Diego beslaat. W Ash Street, waar ons hotel is, komt uit op de haven, dus hoeven we enkel deze straat in westelijke richting aan te houden. Bovendien heel erg simpel: in de verte zien we de masten van het oudste nog actieve zeilschip “Star of India” Dit expositieschip bezoeken we echter niet.
Dit weekend is juist een festival van de scheepvaart aan de gang, maar dat is precies zoals bij ons: standjes langs de kade met allerlei prularia en veel mensen verkleed als piraat, matroos of kapitein,… niet echt aan ons besteed. Na een lange wandeling langs de haven besluiten we naar Balboa Park te gaan, en kunnen we voor de eerste keer kennismaken met de vriendelijkheid van de Amerikanen. Terwijl ik het plan van downtown San Diego bekijk komt er een man op ons af:
“Are you guys lost ? Can I Help ?”
“Ja, we zouden naar Balboa Park willen gaan”
“Mmmm… te voet ?”
“Euuh… ja. Is het ver ?”
“Het is héél ver. Zo’n anderhalve mijl, twee mijl misschien” (1 mijl = ±1,6 km)
Nu moet je weten dat Amerikanen zelden ergens te voet naartoe gaan. Alles meer dan 100 yards is “ver” en dus nemen ze gewoon de auto. Vanaf dan is 100 mijl (160 km) “niet zo echt ver”.
In Balboa park nemen we voor $28,00 de trolley die downtown San Diego, Old Town en Coronado aandoet. Het principe is heel simpel: je stapt op en ergens anders stap je weer af. Vervolgens stap je weer op en stapt ergens anders weer af, de hele dag lang. Hop on and off noemen ze ginder zoiets. En dit met een aantal chaufeurs die op heel grappig wijze wat commentaar geven langs de route.
Hier is in pdf-formaat een plan van de route die de trolleybus volgt.
Balboa Park is heel groot, en dat bezoeken we maar gedeeltelijk. Old Town is prachtig ! Volledig in de stijl van Mexico met dito muziek. Winkeltjes met Mexicanen in traditionele klederdracht.


Vervolgens bezoeken we nog Gaslamp Quarter – de uitgaansbuurt, Coronado, een eiland verbonden met San Diego via een brug van ongeveer 3,5 km: de Coronado Bay Bridge en stappen we af bij de San Diego Zoo.

Downtown San Diego vanaf Coronado
Tenslotte eindigt voor ons de rit in Harbor Drive en keren we terug naar het hotel om te douchen en wat te rusten.
Voor het avondmaal gaan we naar Freds Mexican Café in Gaslamp Quarter. Dit had ik thuis tijdens de planning van de reis al voorzien. Hoewel Gaslamp niet zo echt ver is bestel ik in het hotel maar wijselijk een taxi. We hebben al genoeg kilometers in de benen zitten.
Zoals het in de USA gebruikelijk is, moet je wachten om plaats te nemen; er staat aan de ingang altijd een bordje met de tekst: “Please wait to be seated”. Vervolgens krijg je te horen hoelang het nog zal duren voor er een plaats beschikbaar is. Het valt nog mee, want voor ons is het ongeveer 20 minuten wachten. We krijgen een “buzzer” in onze handen geduwd en kunnen in de bar iets drinken. We bestellen elk een Margarita.
Ongeveer een kwartier later begint die buzzer te trillen en allerlei lichtjes te knipperen: er is een tafel voor ons beschikbaar.

Een echte Mexicaanse Margarita

Freds Mexican Café is luidruchtig, meer voor jonge mensen – alhoewel... Toch is het er aangenaam en is de sfeer onstspannen: “relax man, you are in Califonia”. De muziek is okee, maar eigenlijk veel te luid. Het eten is wel lekker.

zondag 14 september 2008

Vrijdag 22 augustus 2008

Ladies and gentlemen, we are airborne…again !

Vandaag is het zover. We zijn gereed, de koffers zijn gepakt, het roadbook binnen handbereik, alle papieren nogmaals gekontroleerd. Onze vriendelijke gebuur had zelf voorgesteld om ons naar het station te voeren. Toch een kleine opoffering, vermits wij de trein van 06.00u naar Zaventem willen nemen. Al bij al toch maar net op tijd; we zitten amper neer als de slagbomen reeds dichtgaan. De trein komt langzaam op snelheid en eindelijk zijn we vertrokken… De reis voor 2008 wordt zuidwestelijk USA, meer bepaald de staten California, Arizona, Nevada en Utah.
Om 20 minuten over 8 komen we aan in Zaventem. Vermits het een reis is naar de USA werd er aangeraden om ruim op tijd in te checken, dit met het oog op de strenge kontroles voor alle vluchten naar de VS.
De vlucht UA951 vertrekt op tijd en na 7 uur landen we op Dulles Airport in Washington. We zitten reeds met 6 uur tijdverschil – extra tijd wel te verstaan; we vliegen immers naar het westen.
De bagage wordt opgepikt en we moeten door security. Schoenen uit, broeksriem uit, jas en broek leegmaken, handbagage op de transportband en zelf lopen we door een scannerpoort. Ze zijn extreem streng.
Iets verder moeten we ons nog aanmelden bij de immigratie. Onze reispas wordt nauwgezet onderzocht, er wordt een foto gemaakt en moeten we onze vingerafdrukken geven. We krijgen ook nog een papier dat aan onze reispas wordt vastgemaakt. Dit papier moeten we bij vertrek weer afgeven; op die manier hebben we het land officieel verlaten. Niet verliezen dus, anders is het miserie want in de VS lachen ze er heus niet mee…
De 2e vlucht gaat van Washinton naar Denver/Colorado, maar wegens problemen kan deze vlucht niet op tijd vertrekken. Mankementje met de motoren. Wat voor mankementje dat is wordt wel niet vermeld. Misschien is het maar best zo.


Na lang wachten kunnen we eindelijk boarden en met een vertraging van anderhalf uur hangen we weer in de lucht voor een vlucht van 3 uur en 10 minuten. We beginnen wel een beetje te vrezen voor onze derde vlucht – van Denver naar San Diego. Het tijdschema is krap en met de vertraging kan het zijn dat we deze niet op tijd halen.
Op Denver International Airport staat de vlucht naar San Diego klaar om te vertrekken; het boarden is voorbij, alle passagiers zijn aan boord. Vermits onze bagage rechtstreeks van Washington naar San Diego gaat hoeven we daar niet naar om te zien, en dat is ons geluk. Het voordeel in de USA is dat het nemen van een binnenvlucht zo’n beetje hetzelfde is als de bus nemen bij ons: je toont je ticket, stapt gewoon op en neemt plaats. Punt.
Op de valreep kunnen we nog net aan boord gaan en 10 minuten later hangen we alweer in de lucht. Een vlucht van 3 uur dit keer. We hebben reeds 8 uur tijdsverschil. Op de laatste vlucht komt daar nog een uurtje bij, zodat we in totaal met 9 uur verschil zullen zitten. Een serieuze jetlag dus, maar als je van het oosten naar het westen vliegt valt dit nog wel mee.
Om ongeveer 09.00 pm landen we in San Diego. De bagage staat reeds klaar naast de transportband, waardoor we vermoeden dat deze met een andere vlucht is afgekomen. Who cares anyway? We hebben onze koffers en kunnen de luchthaven verlaten.
We nemen een Yellow Cab naar het hotel Best Western Bayside Inn en kunnen inchecken voor 2 nachten. We maken nog een kleine wandeling maar besluiten toch om te gaan slapen.
25 uur zijn we op de baan. Het is een lange dag geweest.